OUD UGCHELEN

Ugchelen door de eeuwen heen I
Klik hier voor deel II

Samengesteld door Huub Ummels

De naam Ugchelen komt voor in een schattinglijst van circa 1326, waarin tevens de naam voorkomt van een zekere Metta van Ugchelen. Naar deze vrouw, van wie verder niets bekend is, is de Mettaweg genoemd. In de 16de eeuw vindt men Ugchelen ook wel geschreven als Oechelen of Ochelen.

Een groot gedeelte van het oude Ugchelen moet dan ook gezocht worden in de omgeving van de

Mettaweg en Van Golsteinlaan en doel ik op het Ugchelen uit de middeleeuwen.
In de prehistorie woonden ook op andere plekken in Ugchelen al mensen. De oudste vondsten dateren uit zo’n 2000 jaar voor Christus. Belangrijke vondsten – zoals een bronsdepot met prachtige bijlen, een Omega-armband en een mes zijn gevonden in Bruggelen. Maar ook in het Willemsbos en aan de voet van de Bakenberg zijn belangrijke vondsten gedaan.

Grote delen van Ugchelse Enk tot nu toe bewaard...

In april 1740 vervaardigde de landmeter G.Verbeek een kaart van de bezittingen van het St. Petersgasthuis te Arnhem die gelegen waren nabij de Ugchelse Enk.
In de middeleeuwen en ook nog daarna hadden de besturen van het Burgerweeshuis eveneens uit Arnhem, de kerk van Beekbergen en het St. Petersgasthuis hier belangrijke bezittingen. Op de kaart komt een groot gedeelte van het oude Ugchelen voor. Vergelijkt men de tegenwoordige toestand van dit terrein met die van 1740, dan blijkt dat de kaart van Verbeek nu nog redelijk goed als wegwijzer gebruikt kan worden. Bijna de gehele oude Ugchelse Enk met zijn bouwlanden, enkwallen en wegen ter plaatse zijn terug te vinden. Ook van de oude boerderijen daaromheen is nog een enkele tot op de dag van vandaag bewaard gebleven. Wel is het gebied in tweeën gesneden door de aanleg van de 4-baans Europaweg ter hoogte van de A-1 en de Hoenderloseweg.
Maar wie de moeite neemt de Mettaweg in te slaan en even een stukje bos aan het begin voorbijgaat, ziet plotseling de vroegere Ugchelse Enk voor zich liggen. De Mettaweg komt op de kaart van Verbeek voor als "den Apeldoornsen of plag wegh" en is nu nog niet veel beter dan de oude plaggenweg van weleer. Deze weg is een overblijfsel van de oorspronkelijke die van de buurtschap Ugchelen naar het oude dorp Apeldoorn leidde.
Ook zijn delen van de begroeide enkwal hier en daar nog aanwezig en grotendeels op die plekken intact gebleven. De sprengen van de v.m. papiermolen Het Voorslop (nu Van Houtum en Palm) zijn op de kaart niet ingetekend, alhoewel het terrein wordt aangegeven met "de sprengen". Een perceel grond ten westen van dit sprengengebied ligt thans de Cantharel met omgeving. De tegenwoordige Van Golsteinlaan heet in 1740 "den Bekbergsen Wegh".

Reeds in het begin van de zestiende eeuw komen

Woonhuis/boerderij Albert v/d Steeg
Wezenweg aan de bovenbeek van het "Voorslop"

de Arnhemse Gasthuizen door koop in het bezit van uitgestrekte goederen in Ugchelen. Zo kocht het Petersgasthuis in 1566 een ’saelweer’ met land en elzenbos, later genoemd het St. Petersgoed. Op de kaart bevindt zich geheel bovenaan rechts het vroegere bezit van St. Peter, nog in de vijftiger- en zestigerjaren het landbouwbedrijf van Melissen. Het St. Petersgasthuis en het Burgerweeshuis te Arnhem bezaten ieder een landbouwgedoe in de Ugchelermark. Het gasthuis was eigenaar van het eerder genoemde St. Peter, binnen de enk gelegen. Aan het burgerweeshuis behoorde "de Wezenhof", die buiten de eigenlijke enk lag op de plek van het vroegere huis Van Golsteinlaan 26, waarop thans een groot landhuis staat. Met deze goederen beschikten de beide instellingen elk over een vol deel in de Ugchelse Mark, die uit vijf delen bestond, zij leverden daarom ook de markerichter.

Ugchelen als juridisch centrum van het oude graafschap Hamaland

Tussen de 7de/8ste eeuw tot in de 16de eeuw speelde Ugchelen, althans de omgeving van Ugchelen een belangrijke rol in het bestuur van de graafschap, het latere hertogdom Gelre. Of zoals het oorspronkelijke heette het graafschap Hamaland. De plek van betekenis was daarbij het Herenhul in het Engelanderholt even ten zuiden van de huidige A-1 ter hoogte van de Richtersweg. Op dit Herenhul, een uitgestrekte heuvel, werd het hoogste Veluwse Landgericht gehouden. Veelal in tegenwoordigheid van de Gelderse graven en later hertogen behandelde men hier gerichtszaken in hoger beroep. Oorspronkelijk werden de zittingen in de openlucht gehouden, maar na 1404 in een houten hal of gerichtsbank. Op het Herenhul vond ook de inhuldiging plaats van een nieuwe landsheer door de ridderschap en vertegenwoordigers van de steden van Veluwe. Bovendien werden op deze plak vele belangrijke besprekingen gehouden tussen bijvoorbeeld de steden onderling of met de ridderschap.

De naam Ugchelen betekent waarschijnlijk een lage moerassige plek in een bos. Oude sporen van bewoning zijn gevonden uit de tijd van de trechterbeker- en klokbekercultuur, zoals scherven van een aardewerk trechterbeker bij de Keienberg, een stenen bijl uit de omgeving van de molen Altena en grafheuvels uit de late Bronstijd bij de Bakenberg. De eerste schriftelijke vermelding van Ugchelen komt voor in een oorkonde van 14 mei 1243. De buurtschap behoorde sinds de middeleeuwen tot het kerspel Beekbergen.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog hadden ook de bewoners van Ugchelen te lijden van het geweld. Een van hen verstopte uit angst voor plundering een baardmankruikje met Spaanse munten in de omgeving van de huidige Mettaweg.
Naast de narigheid van oorlog had de bevolking ook nog te maken met een wolvenplaag. De overheid loofde premies uit voor elke dode wolf. Willem Henrichs uit Elspeet wist een wolf te schieten tussen Ugchelen en Assel.

Papiermakerij

Toen Jacob Jacobs in 1613 als eerste papiermaker in Ugchelen zijn papiermolen stichtte, waar tot voor een paar jaar de molen Altena lag, kon hij niet vermoeden dat het aanzien van Ugchelen door de papiermakerij geheel zou veranderen. Later werd er op tien molens op Ugchels grondgebied papier geschept en lagen de molens Hattem, De Bouwhof en Methusalem even buiten de mark op Wormens grondgebied. De molens waren allen gelegen aan gegraven sprengen en opgestuwde beken die in noordoostelijke richting afwateren op de Grift. De bewoning verplaatste zich meer en meer van de oude enk naar de molens zodat er een lintbebouwing ontstond tot aan de Eendracht. Het huidige centrum van Ugchelen ligt dan ook niet meer op de oorspronkelijke plaats.

Omstreeks 1795 was de helft van de 54 mannelijke bewoners van Ugchelen werkzaam in de papierfabricage. In totaal woonden er toen 146 mensen in het dorp.
De jeugd ging ook in Beekbergen naar school. In 1844 kwam daar verandering in toen een aantal ingezetenen een verzoek indiende om een eigen school te mogen stichten. Op 10 december 1844 werd het contract getekend "tot daarstelling van een school in de buurtschap" door de gemeente Apeldoorn en de papiermaker Johannes van Delden Mzn. Van de papierfabriek Steenbeek. Een bij de fabriek behorend huis werd als school ingericht totdat "een meer geschikt en doelmatig ingerigt gebouw daartoe zal zijn daargesteld". Na een vergelijkend examen werd Evert Roelofsen tot onderwijzer benoemd. Naar hem is in Ugchelen een straat genoemd.

Ugchelen in onze tijd...

In 1897 werd in Ugchelen de papierfabriek van Gerrit Uyt den Boogaard als eerste omgezet in een wasserij. In een advertentie van 8 maart in de Apeldoornsche Courant beveelt hij zich minzaam aan "om zijne begunstigers solide te bedienen voor alle wasschen". Na Uyt den Boogaard volgden meer fabrikanten die hun papierfabriek omzetten in een wasbedrijf, een vorm van innovatie, die te verklaren is door de manier van werken in beide bedrijfstakken. Water, nodig voor drijfkracht en voor het productieproces was aanwezig, evenals persen en droogzolders om papier of wasgoed te drogen. Menig Ugchelenaar heeft in deze bedrijven de kost verdiend. Omstreeks 1900 woonden er zo’n 630 mensen in het dorp. Er was inmiddels een eigen brandweercorps en in 1912 werd de vereniging Ugchelens Belang (UB) opgericht.

In 1924 werd de huidige Nederlands Hervormde Kerk gebouwd. Jarenlang was er door de bevolking geld bijeengebracht onder andere door bazars. Het kerkgebouw diende ter vervanging

van het zogenaamde "lokaal" dat in 1891 als zondagsschoolgebouwtje was gesticht. De bouw van de kerk ging niet zonder tegenslag. Zo viel een timmerman bij het panleggen van het dak. Gelukkig zonder ernstig letsel. Ook bleek het dak bij de aanbouw niet tegen stormwind bestand, hetgeen de president-kerkvoogd de opmerking ontlokte: “het dak van ’s Heeren woning is eraf gewaaid". Een ander markant gebouw in Ugchelen kwam in dezelfde tijd gereed. Het is was het Rooms-katholieke Kinder- en Herstellingsoord Caesarea aan de Hoenderloseweg. Op 5 maart 1934 vestigde zich de huisarts Gilles Pieter Duuring in Ugchelen. Tot die tijd moest een patiënt voor het spreekuur naar Apeldoorn of Beekbergen. Sinds 1921 konden de mensen de dokter ook bellen vanuit het postkantoortje. Dokter Duuring nam in 1934 tevens het initiatief om een wijkverpleegster naar Ugchelen te halen. Het werd de diacones zuster Pietje Klijnstra. Helaas werd de dokter tijdens de Tweede Wereldoorlog opgepakt en gefusilleerd.

Klik hier voor deel II

HOME Gastenboek
Copyright © 2003 - , Huub Ummels / Gert Woutersen