|
Om
de Kei
|
Om de Kei nummer: 34. Uit De Bron van woensdag 19 april 1995, 32e jaargang nummer 8. |
BLIJ. Heeft u dat ook wel eens? Iets doen, wat niet kan of mag? Zonder de kans te lopen een bekeuring te krijgen of nog beter, zonder dat er ook maar iemand is, die zegt, dat het maar eens uit moet zijn. In ieder geval heb ik dat wel; maar iets weerhoudt mij dan. Het is niet fatsoenlijk, je kunt het niet, of nog erger, je mag het niet. Iemand van jouw leeftijd moet toch wijzer zijn? Hiermee bedoel ik natuurlijk niet om in het donker zonder licht te fietsen, want dat is tegenwoordig heel gewoon. Tenminste, dat gevoel begint mij te bekruipen. Ook niet om, als het erg warm is, er schaamteloos -topless, zegt men dan- bij te lopen. Want dat doet ook iedereen, zo schijnt het. Nee, ik bedoel iets heel bijzonders te doen, zonder dat het carnaval is. Bijvoorbeeld zó langs de Ugchelseweg af en toe op je handen een overslag maken, zoals we dat vroeger deden. Eerst bij Scherling voor de deur, dan langs het raam van Bart Bessels; een dubbele radslag bij de Komart. Als er dan nog te weinig mensen zijn, die het hebben gezien, voor C-1000 een grote aanloop nemen om dwars door het aanstormende en met piepende remmen tot stilstand gekomen verkeer, voor Edward en 't Bikkertje langs, een dubbele salto maken. Voordat de automobilisten van hun schrik zijn bekomen, maak ik een salto achterover weer terug en wals zó zingend de glazen deur bij het Geschenkenhuis binnen. Waarom? |
Omdat ik zo blij ben. Ik ben blij en dat wil ik iedereen laten weten. Omdat het zo moeilijk is, blijheid onder woorden te brengen, wil ik dat aan iedereen demonstreren. Ik ben blij, omdat in deze tijd de mensen bij elkaar komen en dat die mensen eensgezind in Ugchelen iets gaan ondernemen. Het gebeurt niet vaak, dat we onze gevoelens uiten. Dat we openlijk blijk geven van ons verdriet of van onze vreugde. Soms huilen we van vreugde. We geven ons dan bloot met tranen. Tenminste, dat vind ik. Nu ben niet de enige, die blij is. Want we steken nu de koppen bij elkaar en spreken af, hoe we samen uiting kunnen geven aan onze blijheid. We gaan samen de straten versieren, we gaan samen zingen en toneelspelen. We gaan samen een optocht opstellen, die de grootste en de mooiste is, die Ugchelen ooit gekend heeft. Bij Ugchelens Belang (De Ugchelse Canadian Club) komt het mooiste vuurwerk ooit. We hebben er samen voor gezorgd, dat we verhoudingsgewijs in Ugchelen de meeste gasten hebben uitgenodigd, die ons de vrijheid kwamen brengen. Zó blij zijn wij! Bij dit alles zou die dubbele salto van mij toch maar magertjes afsteken. Dus laat ik dat maar zitten. Maar blij ben ik en blijf ik. Laten we nu samen, u en ik, blij zijn, dat we kunnen gedenken en herdenken in vrijheid en blijheid. "Uwe Kijker" |
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad "DE BRON". Copyright © 1996 - Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen |