HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 75. Uit De Bron van woensdag 12 maart 1997, 34e jaargang nummer 5.

Vorige Index Volgende
SLINGEREN.
Een getekend artikel over de Molecatense Beek in de Apeldoornse Courant las ik met veel genoegen. Ze worden heel fraai geïllustreerd en met veel liefde voor de natuur weergegeven. Er wordt daarin verteld, dat het huis Molecaten al in het jaar 1345 bij de Trijsberg bij Hattem was te vinden. Daaruit kan men concluderen, dat er zo'n dikke 600 jaar geleden al veel bedrijvigheid aan de Veluwerand in onze omgeving werd ontplooid. Zo kan ik mij ook heel goed voorstellen, hoe de mensen zich in die prille tijd langs een slingerend helder beekje zonder al te veel problemen in stand konden houden. De mensen dreven toen ook handel met het zuivere drinkwater, wat zij voor het opscheppen hadden en wat zij, al of niet verwarmd, huis aan huis verkochten. Deze waterdragers met hun heet-kooltje-vuur zijn dus de voorlopers geweest van wat nu de NUON is. Er is wel enig verschil; de NUON levert op grote schaal en de slingering van de beek is gerecht via strakke pijpen. Daarnaast onderhouden de huidige water- en vuurvrouwen (m/v) ook nog (branchevreemde) voetballers. Wat heeft dat allemaal met Ugchelen te maken, zult u zich misschien afvragen. Welnu, afgezien van de naam Molecaten, had en heeft Ugchelen ook nu nog, een slingerende beek. Niet zo heel erg kronkelend als een natuurlijk gevormd watertje, maar wel één met helder fris water. Dat heldere water wordt echter, zonder dat er iets mee wordt gedaan, afgevoerd. Het riool in.
Ik vind de Ugchelense beek een leuk watertje. Ik kan op een bruggetje heerlijk staan dagdromen;

maar die dromen worden soms verschrikkelijk verstoord door het nonchalante oversteken van een paar eenden. Hoe dat allemaal goed gaat. Ik moet er niet aan denken. Eigenlijk zouden aan het begin van ons dorp waarschuwingsborden moeten komen: "PAS OP, overstekend gevogelte" of zo iets. Maar daar gaat het hier nu niet over; wij waren bij de beken. Nu hebben we alweer een tijd geleden een prachtige folder van het Waterschap in de bus gekregen, waarin zij de Winkewijertspreng hernieuwd leven willen inblazen. Dat vind ik een schitterend idee. Nòg een spreng in Ugchelen. Er komt echter een maar achteraan; als je dat gaat doen, dan moet je het ook onderhouden. En daar zit hem nou de kneep. Aan de opknapbeurt van de Ugchelense sprengen zit ook het onderhoud gekoppeld. Het leek zo mooi; het vrijwilligerswerk van de Stichting tot Behoud van de Ugchelense Sprengen en Beken werd overgenomen door het Waterschap. Maar als het Waterschap in gebreke blijft? En als er nu nog meer sprengen bijkomen met het daarbij behorend onderhoud? Vorig jaar heeft de Dorpsraad Ugchelen er zich ook mee bemoeid en wellicht is er meer hoop dit jaar: het Waterschap zetelt nu in Apeldoorn op een plek, waar ze prachtig zicht kan hebben op de renovering van de Grift, die men opnieuw door Apeldoorn wil laten slingeren. De Grift slingert zich dan weer naar het begin van dit verhaal. Of zullen we de gemeente vertellen, dat er daarna ook nog onderhoud aan gepleegd moet worden?

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen