HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 172. Uit De Bron van woensdag 29 augustus 2001, 38e jaargang nummer 14.

Vorige Index
AFSCHEID.
Afscheid nemen is een beetje sterven, hebben wij op school tijdens de Franse les geleerd. Voor deze Uwe Kijker-rubriek gaat dit nu ook gebeuren. Er wordt gesleuteld aan een nieuwe vorm voor "De Bron" en ik heb daarbij gemeend, dat een ander maar eens "het stokje moet overnemen". Niet dat het mij tegenstaat u elke veertien dagen een artikeltje over Ugchelen te moeten voorschotelen. Dat ging altijd met plezier en de laatste tijd met een bepaalde routine. Vaak heb ik met erg veel genoegen het resultaat beleefd als reactie op de constatering van een of ander zot Ugchelens feit. Ik denk bijvoorbeeld aan een scheve paal, die onmiddellijk na mijn artikel recht stond; aan een reusachtig bord met "Mortuarium", dat snel daarna verdween; aan een onaanvaardbare rotzooi aan de Mettaweg, die snel werd opgeruimd; aan de wateroverlast in de kelders in de Bouwhof; het doordrammen over de motorblokkensloperij en de noodzakelijke bouw van een zorgcentrum, terwijl er nu twee in Ugchelen zijn; een bord met "Ugchelen", dat gestolen was; de Ugchelense Stoomtrein, hetwelk abusievelijk vermeld was in "Het Orakel"; de Dorpsraad, die altijd erg bereid was om mijn "stukkies" te spellen, om vooral maar te kunnen ontdekken, wat er leeft bij de Ugchelense bevolking. Zo heb ik mijn steentje bijgedragen om de kei tot een volwaardige kei in de bron te maken en ja, het kan allemaal toeval zijn en de zakelijke gevolgen zouden wellicht evengoed uitgevoerd zijn, maar toch...
Lieve mensen, nogmaals: "Partir c'est mourir un peu". Afscheid nemen is een beetje sterven. Graag neem ik afscheid van u met een gedicht van de Epese dichter Jack Vreugdenhil uit zijn in 1996 verschenen bundel: "BIJ DE HAND GEVAT."


ALS IK ER STRAKS NIET MEER ZAL ZIJN....

Dan zal alles nog zo wezen,
zoals het altijd was.
De krant wordt nog gelezen,
zoals ik hem zelf
toch altijd las.
De kinderen zullen spelen
en lachen om het spel.
Een baby wordt geboren
in een gloednieuw vel.

Maar ik zal het niet meer weten.
Ik ben er dan niet meer.
Misschien door iedereen vergeten,
of slechts dan nog
een enkele keer.
Ik lig dan in de aarde
te wachten wat er komt.
En in die donkere diepten
is toch alles verstomd!

Maar buiten is het leven,
daar gaat nog alles door.
Daar kan men liefde geven;
daar leeft men dan ook voor.
Men denkt niet aan de doden,
Dat hoort er echt niet bij,
"Hij is de tijd ontvloden,
en is van het leven vrij".

AIs ik er niet meer ben,
Denk dan nog eens aan mij,
'k Weet zeker,
dat ik u allen ken;
al ben ik ook gestorven,
ik leef nog aan uw zij.
JeeVee.

Het bovenstaande gedicht van mijn overleden vriend is mij uit het hart gegrepen:
"Tot ziens"...

Uwe Kijker.

Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen