|
Om
de Kei
|
Om de Kei nummer: 26. Uit De Bron van woensdag 14 december 1994, 31e jaargang nummer 22. |
KERST 1994. Bussen, daar heb iets mee, denk ik. We hebben tegenwoordig meer bussen in Ugchelen gekregen dan ons misschien lief is, namelijk de boekenbussen. Nu vind ik dat nogal meevallen, de overlast is praktisch te verwaarlozen. Voordat ze er waren, heb ik gedacht: wat moet dat worden, die grote bussen daar elke dag indraaien bij de bibliotheek. Ik heb er eens naar staan kijken, maar zeer behendig worden die boekenbussen het gangetje ingereden en ze staan in no-time keurig naast elkaar in het gelid. Het is eigenlijk een raar woord, vindt u ook niet: boekenbussen, dat zijn niet alleen maar blikken gevuld met boeken, zoals de beschuitbus gevuld hoort te zijn met één of meer beschuitjes. Vroeger had je buspatiënten; die waren niet allergisch voor het rondrijden in een autobus, maar zo werden de mensen genoemd, die in het ziekenfonds zaten. Ik ben dus een buspatiënt in figuurlijke zin. De bus van het Leger des Heils zal er inmiddels ook wel weer staan; dat is een goede gewoonte, zo tegen Kerstmis met een grote bus collecteren. De Ugchelenaren zijn dan niet kinderachtig; met de blik gericht op het goedgekeurde doel zit het wel goed voor het Leger. Maar ik had het over de autobussen en de vorige keer ging het over de ringlijn en daar is nog zoveel meer over te zeggen. De gemeente lanceerde eind vorig jaar het onheilsplan "Busnet-94", waarbij door bezuiniging op het openbaar vervoer de ringlijn uit het beeld zou verdwijnen. Nu is het kennelijk Randerode gelukt een stuk van die lijn en de |
lus naar Randerode te behouden. Zo zie je, dat het met de nodige inspanning toch lukt bepaalde voorzieningen te behouden. Overigens zou de gemeente die plannen allang ingevoerd hebben, maar ik denk, dat er nog wel een paar haken en ogen aan zullen zitten. Zo spoedt dit jaar zich ten einde en gaan we straks met frisse moed aan het jubileumjaar van 50 jaar na de bevrijding beginnen. Ik moet dan tegelijk aan Kerstmis 1944 terugdenken. Toen reed er helemaal geen bus. Alleen de gevangenenbus dan. Daar zat je beslist niet voor je plezier in. Kerst 1944 is binnenkort meer dan 50 jaar geleden. Sinds mensenheugenis, zeggen we dan. Alleen de ouderen weten nog, hoe het was. Er was geen bus, maar waar moest je dan naar toe? Ergens waar eten te halen was. Honger hadden we. Mijn broertje vond toen eens een bus in een greppel; als kinderen bespeurden we het gevaar, maar de aantrekkingskracht van het onbekende van die bus was groter. De bus was kennelijk verloren door bij een transport van gepikte spullen uit Arnhem. We namen hem mee naar huis. "Meat and vegetables" stond er op en via de Duitse propaganda distributie-zender hadden we gehoord, dat de geallieerden onschuldig uitziende bussen met springstof hadden gevuld. Maar thuis wisten ze wel raad; 's avonds werd de bus zorgvuldig opengemaakt en door de soep van de gaarkeuken gemengd. Ons heerlijkste kerstmaal aller tijden kwam uit een bus! Een geschenk uit de hemel. Moge het u bekomen! "Uwe Kijker" |
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad "DE BRON". Copyright © 1996 - Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen |