HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 51. Uit De Bron van woensdag 14 februari 1996, 33e jaargang nummer 3.

Vorige Index Volgende
VERGETEN.
Het volgende verhaal zou zich ook ergens anders af kunnen spelen, maar toevalligerwijze is het in Ugchelen gebeurd.
Na een poosje wegens ziekte uitgeschakeld te zijn, mag ik weer zonder metgezel op pad gaan. Het is fris weer, maar wel droog en op mijn wandeling door het dorp kom ik door een buurtje, waar ik normaliter zelden kom.
Ik word aangesproken door een mededorpsbewoner. Hoewel ik daar niet verbaasd over ben, ben ik wel verrast door de manier, waarop het gebeurt. Na de ceremonie van: "Hééééj, hoe gaat het?, Gezond, maar arm," en vervolgens: "En hoe gaat het met jou?" Kijk ik de persoon aan en tracht verwoed in mijn herinnering te brengen, waar ik de goede man van ken.
Zijn gezicht komt mij wèl bekend voor, maar dat is niet zo verwonderlijk in ons dorp. Ik denk: ik vis eerst maar eens uit, waar of hij woont, dan zie ik de naam en dan weet ik het wel weer. Hij nodigt mij uit voor een kopje thee en deze gelegenheid aangrijpend, om de leegte in mijn herinnering op te vullen, accepteer ik dat met meer dan gewone graagte. Mijn gastheer vist zijn sleutel uit zijn zak, waarbij mij opvalt, dat deze aan een ketting, die aan zijn broekriem zit, is bevestigd. Daar gaan we op een deur af. Jammer voor mij staat er wel een naambordje op de deur, maar het is een beetje verweerd en zonder bril kan ik de naam niet zo vlug onderscheiden. Binnengekomen word ik verwezen naar een stoel en mijn gastheer verdwijnt in de keuken. Na enig gerommel aldaar komt hij terug met... niets! Hij meldt, dat hij een probleem heeft. Omdat hij nogal vergeetachtig is, weet hij niet meer hoe ik de koffie gebruik. Want

dat kon wel eens veranderd zijn, sinds wij elkaar de laatste keer hadden ontmoet. Dat we naar binnen gingen om thee te drinken, is hem zeker ontschoten. Hij verdwijnt weer in de keuken.
Daarna hoor ik gerommel aan de buitendeur en een breedlachende vrouw vult de kamer. "U bent zeker de vriend van Piet; hij heeft het zo vaak over u," voegt ze mij toe. Om één of andere reden knik ik instemmend. "Gòh, ik wist niet, dat u zo dicht in de buurt woont; anders had ik Piet wel eens langs gestuurd" ratelt ze, "Ja, Piet vergeet de laatste tijd nogal veel en omdat hij óók alleen woont, nodig ik hem af en toe wat vaker uit om in Ugchelen te komen logeren." Ik vraag de vrouw, of ze dan wist, waar of ik woon. "Natuurlijk, u woont midden in het dorp, iedereen in Ugchelen kent u wel en weet waar u woont. Maar waar is Piet". Op mijn aanwijzing gaat ze in de keuken kijken en roept vrolijk naar mij: "Piet weet niet meer, of u cola of een biertje heeft besteld!" Op mijn antwoord, dat het mij erg spijt, maar dat ik vergeten had, dat ik over vijf minuten een afspraak met de tandarts had en de tijd was vergeten, komen ze alle twee uit de keuken gerend en roepen om het hardst, dat ik dan maar een ander keertje moest terugkomen, wanneer ik meer tijd had.
"Dag, doe je vooral de groeten aan je moeder?"
Ik moet bekennen, dat ik echt nu nog niet weet, wie ze zijn en wie of ze voor hadden, want ik woon al jaren alleen. Daar komt nog bij, dat ik maar Piet heb geschreven, omdat ik vergeten ben, hoe hij ècht heet.

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen