HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 56. Uit De Bron van woensdag 24 april 1996, 33e jaargang nummer 8.

Vorige Index Volgende
BOOS.
Soms zijn mensen boos. Ze zeggen dan dingen, waar ze later spijt van krijgen. Maar dat doet niets af van hun boosheid van het moment. Soms doen mensen net, alsof ze boos zijn. Zo kan ik mij heel goed herinneren, toen de voormalige bewindsman De Korte zei: "Ik ben heel bóós!!!" Dat mondje, wat hij erbij trok, vergeet ik nooit meer.
Vroeger, op school, was mijn biologielerares ook boos op mij. Want de bomen, de bloemen en de bijtjes interesseerden me niet zo erg. Later, toen ik in Ugchelen kwam te wonen, veranderde die interesse. Het was kennelijk ook de manier, waarop ik in aanraking kwam met de natuur. Ook de manier, waarop de mensen, die het allemaal wisten, het aan mij vertelden. Zo ging ik vaak mee op een wandeling, waarbij mensen van het I.V.N. mij en mijn medewandelaars uitleg gaven. Aangezien het vaak een groot gezelschap was, werd de ploeg verdeeld over verschillende vrijwilligers van het I.V.N., die dan hun grote enthousiasme voor de natuur overbrachten naar hun gehoor. Dat was andere koek, dan op school die "droge" stof te behandelen. Ademloos luisterde ik naar de deskundige uitleg door mensen van de vereniging voor natuur- en milieu-educatie. Want dit alles was nieuw voor mij en ik was (en dat ben ik eigenlijk nog) een leek op het gebied van de Salamander, de Beekprik, de zeldzame varens en de zang van de Tjif-Tjaf.
Ik hoop, dat ik hiermede goed heb uitgelegd, dat ik als onervaren wandelaar mij tegenwoordig

weleens buiten de paden begeef, ook al staat er wel eens aangegeven, dat het niet mag.
Als ik dan terecht gewezen word, dat ik hiermede door mijn onervarenheid wel eens zeldzame orchideeën vertrap, die ik voor onooglijke grassprietjes heb versleten, wil ik graag hiervoor mijn boetekleed aantrekken. Wat ik ook nog begrijp is, dat mensen met meer kennis van de natuur dan boos worden. Maar wat een natuuropvoeder dan niet moet doen, is mij uitschelden voor een kalende man, een 50-plusser, die uit balorigheid padvinderachtige ideeën ontwikkelt door frustratie van het ouder worden.
Want dan word ik boos. Omdat ik dat van een I.V.N.-er niet gewend ben. Ook niet, als die I.V.N.-er niet weet, wat iemand van een feestcomité uit de Sokkenbuurt doet. Er zijn namelijk mensen van het I.V.N. die naast hun natuur-educatieve talent óók kaal worden, óók 50-plusser zijn, óók padvinders-ideeën hebben en misschien ook wel een beetje gefrustreerd zijn, maar dan door een andere oorzaak. Wellicht maken zij deel uit van een feestcomité; dat kan toch?
Die zijn dan boos.
Persoonlijk vind ik het jammer, dat die foto en het artikel over het zoeken naar de gouden klok niet wat eerder in de krant heeft gestaan, maar ja, dan was het te duidelijk een 1 aprilgrap geweest en dan had de krant, maar ook ondergetekende, weer wat anders moeten bedenken.

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen