|
Om
de Kei
|
Om de Kei nummer: 68. Uit De Bron van woensdag 20 november 1996, 33e jaargang nummer 20. |
HISTORISCH. Het is u wellicht niet ontgaan, dat er bij Hotel Prinsen feest is gevierd. Dat kunnen wij in Ugchelen: feestvieren. In ieder geval heeft het feest van Aartje (inmiddels weet nu iedereen wie dat is) tamelijk in de belangstelling gestaan van de plaatselijke pers. Daarbij heeft de krant vermeld, dat er een historische tentoonstelling te zien was in het hotel, over het hotel, wat zo'n 130 jaar teruggaat. Aartje heeft daarover 10 jaar lang de scepter gezwaaid. Die tentoonstelling heb ik nauwkeurig bekeken samen met mijn vriend, die een landelijk bekend professioneel historicus is. Op mijn vraag, of dat nu geen scheve ogen geeft, dat een amateur-historicus zo'n tentoonstelling organiseert, gaf hij van het tegendeel zijn mening. Amateurs geven vaak details beter weer, een professionelere aanpak zou geen gewag hebben gemaakt van een bekeuring van 1 gulden, maar een geschiedkundige professor zou eerder 1300 jaar terug gegaan zijn. Tot je dienst; maar wat voor belangrijks zou er van 1300 jaar geleden te melden zijn geweest over Hotel Prinsen? Wel, daar wist mijn professionele historicus het één en ander over te vertellen; namelijk het volgende. In die tijd hadden keuterboertjes in de omtrek van uitgestrekte heidevelden, nabij naaldbossen en vóór de zandverstuivingen, dus in de buurt van Ugchelen, een verzamelpunt. Dit was nodig om verder naar het noorden te trekken. Zo zijn er een aantal Friezen geweest, die zich verzamelden rond een drenkplaats op een open plek, waar zuiver water uit de Waterberg naar boven welde. Die plek, |
waarbij zij hun nachtelijk vuur aanlegden, noemden ze open plek in het bos: Uggel te Loo. Deze Friezen stelden zich te weer, omdat zij zich af wilden splitsen van de (ongelovige) "Oost-Friezen". Zij zochten steun bij een nazaat van de eerste Frankische Christen-koning, Clovis, ene Pepijn. Deze Pepijn van Herstal, een zogenoemde Hofmeier, voelde veel voor het idee, om zijn gebied naar het noorden uit te breiden. Zo gebeurde het, dat hij de West-Friezen in 697 bij de Aanleg te Ugchelen, zoals het in de hedendaagse taal te vertalen is uit het Frankisch, de Friezen tot afstand dwong van West-Friesland. Omdat Uwe Kijker dit verhaal bijna niet kon geloven, is uw dienstwillige Kijker zelf naar de bibliotheek gestapt om dat te onderzoeken. Zowaar, hetgeen mij is verteld, staat uitgebreid in de encyclopedie, zodat ik het niet kan nalaten, u dit ook zelf hier te vermelden. Dit vond ik dermate belangrijk, omdat ik bij de vorige aflevering versteld stond van de uitwerking daarvan. Weet u nog? Dat het zo stil was geworden rond de Dorpsraad. Het is echt verbazingwekkend, omdat ik deze kolom twee weken van te voren schrijf en ik niet op de hoogte was (hoewel ik soms veel weet) van de ontwikkelingen bij de Dorpsraad. Misschien zijn zij via een telepathisch kanaal wel met mij verbonden. Dan lees ik graag volgend jaar in een nummer van De Bron over de festiviteiten in Ugchelen, met betrekking tot de onafhankelijkheid van de West-Friezen, die hun precies 1300 jaar geleden ten deel is gevallen. "Uwe Kijker" |
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad "DE BRON". Copyright © 1996 - Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen |