HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 69. Uit De Bron van woensdag 4 december 1996, 33e jaargang nummer 21.

Vorige Index Volgende
OPBOUWEN.
Het is koud op straat tijdens de intocht van Sinterklaas. Op de hoek tegenover C1000 zijn weer heel wat kinderen verzameld en ze worden na de ontvangst met een prachtig programma verwelkomd in het buurthuis van Ugchelens Belang. Deze gelegenheid vind ik altijd uniek om de Sint weer eens zijn mening te vragen over de verschillen met vorig jaar en wat hem zoal opvalt bij de begroeting in Ugchelen.
"Het is me wat," zo begint hij. "Allereerst die geweldige bouwnijverheid in Ugchelen. Allemaal grotere en kleinere bouwwerken; het wordt toch wel aardig vol hier."
"Je kan haast geen straat inkomen, zonder dat je geconfronteerd wordt met allerlei staketsels voor metselwerken. Maar men loopt wel erg vooruit op de plannen," mompelt hij in zijn baard. "Zo is met zeer vooruitziende blik in De Bron geschreven, dat het nieuwe postkantoor schitterend geworden is, terwijl de verbouwing nog wel minstens drie weken zal duren!"
Op het plan, dat volgend jaar de Ugchelseweg wordt gerenoveerd en dat de fietsers niet meer door hobbelende auto's van de weg worden gedrukt, reageert hij ontstemd.
"Het dorpse karakter gaat verdwijnen; kijk maar naar de geasfalteerde Bouwhofweg - Methusalemlaan. Een scarting-club zou zich zo een baan willen toewensen. Een dergelijke bestrating op de Ugchelseweg kan voor fietsers levensgevaarlijk zijn."
"Dat beweerde ene Alexander ook in de vorige De Bron." zei ik tegen Sinterklaas, "Maar op de Hoenderloseweg moet iemand met een rolstoel, of iemand, die een kinderwagen voortduwt, zijn leven wagen door op de rijweg te lopen, omdat dat door het grind niet te

doen is. Hier wordt dan toch een levensgevaarlijke toestand in stand gehouden, enkel en alleen om het dorpse karakter van Ugchelen te bewaren".
"Oh, maar die Alexander ken ik heel goed; van jongsaf dus, toen hij nog in de grote stad woonde. Hij heeft indertijd wel zijn rijbewijs gehaald; maar zelf heeft hij geen auto. Zijn zuster wel." Plotseling buldert de Sint van het lachen. "Daar kan ik je nog wat over vertellen. Hij ging eens met de auto van zijn zus een dagje uit naar De Beekse Bergen. Bij het doorkruisen van het wildpark versperde een giraffe zijn weg. Wat hij ook probeerde, de giraffe verwikte niet. Door het toeteren van de achteropkomers zenuwachtig geworden, reed hij voorzichtig tegen de achterpoten van de giraffe aan. Hierdoor zwikte deze door zijn enkels en verbrijzelde met zijn achterste de motorkap van de auto. In het restaurant werd deze kwestie met de park-opzichter afgedronken, want de auto was all-risk verzekerd en hij kon er nog mee rijden. Bij het naar huis rijden werd Alexander op de thuisreis naar de kant gewezen, omdat er een ongeluk was gebeurd. Een politieagent wees op de deuk en informeerde, of hij ook bij het ongeluk was betrokken. Op het antwoord, dat de deuk was veroorzaakt door een giraffe, vroeg de agent beleefd, of hij even in het pijpje wilde blazen. Ha, ha, een fikse bekeuring en twee maanden ontzegging van de rijbevoegdheid was het gevolg.
Leedvermaak is een slechte eigenschap; maar laat hij niet beginnen over het autorijden van anderen."
De Sint weet toch maar alles, ook van dorpse stadsmensen in Ugchelen.

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen