|
Om
de Kei
|
Om de Kei nummer: 123. Uit De Bron van woensdag 5 mei 1999. 36e jaargang nummer 9. |
OORLOGSGEWELD. Misschien is het u reeds opgevallen, maar deze "De Bron" draagt de datum van 5 mei 1999. Volgend jaar vieren we het feit, dat 55 jaar geleden de Canadezen ons bevrijd hebben. Als we de organisatoren willen geloven en waarom zouden we niet, dan wordt het weer een reuze feest in Ugchelen. Een vergelijking met Kosovo dringt zich op bij de plechtigheid, zoals die op 16 april bij de Ugchelense kei heeft plaatsgevonden. Leerlingen van de school "De Steenbeek" hebben bloemen gelegd, om de vier Ugchelense oorlogsslachtoffers te gedenken. Vragen rondom deze gebeurtenis dringen zich bij mij op. Heeft de mensheid niets geleerd? Moet er altijd maar oorlog zijn? In de tweede wereldoorlog zagen we hoog in de lucht de strepen van de oorlogsvliegtuigen over ons heen gaan en wreven we ons in de handen, dat ze Duitsland zo gingen bombarderen. Na de oorlog hebben we kunnen zien, welk een verwoesting de bombardementen in Duitsland hebben aangericht. Waar we naar verlangden, was de vrijheid. Daarvoor moest Duitsland eerst op de knieën. Is er geen andere manier; de mensen zijn toch zo vindingrijk, kan men nu alleen maar zijn doel bereiken via bombarderen? Zonder bombardementen zijn er ook slachtoffers genoeg en laat die meneer Milosevic daar dan alleen maar de schuld van dragen. Soms gaat het ook nog mis. Dat kan niet anders, want waar gewerkt wordt, worden wel eens fouten gemaakt. Ik heb eens iemand horen beweren, dat hij nooit fouten maakte. Dat klopt |
alleen, als je niet werkt. Dan kun je ook geen fouten maken. In de tweede wereldoorlog raakten door oriëntatiefouten vliegtuigen soms wel eens Nederlandse steden. In Joegoslavië werd een trein met vluchtelingen geraakt. Steeds meer mensen vinden, dat het maar afgelopen moet zijn met het bombarderen. Dan heeft die Milosevic toch gewonnen. Het zij zo. Het houdt toch geen stand, eens komen ze er in Joegoslavië wel achter, wat voor een schurk hij is geweest. Laten wij ons maar bekommeren om de slachtoffers en hen helpen zonder bloed aan onze handen. Zij kunnen naar mijn overtuiging niet alleen maar geholpen worden met bombardementen; laten we hen helpen door te doen, waar we goed in zijn. Ik begrijp, dat ik met deze kolom buiten het dorp Ugchelen treed, maar soms krijg ik het gevoel van onmacht en dan wil ik het wel van de daken schreeuwen. Ik heb het gevoel, dat ik dat nu gedaan heb. Ik hoop toch zo, dat we volgend jaar de vlag uit kunnen steken zonder al dat oorlogsgeweld om ons heen. Als we dan voor de wellicht laatste keer de Canadezen naar ons dorp laten komen, die hier ooit als grondtroepen door ons dorp zijn getrokken. Dat we bedenken, dat het niet voor niets is geweest, dat hun kameraden zijn gevallen voor een zaak, die ooit de onze was. Dat we bedenken, dat die kameraden, voordat ze aan het geweld begonnen, nog nooit van Nederland hadden gehoord. En nog veel minder van Ugchelen. "Uwe Kijker" |
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad "DE BRON". Copyright © 1996 - Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen |