HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 140. Uit De Bron van woensdag 23 februari 2000, 37e jaargang nummer 4.

Vorige Index Volgende
WATER.
In Ugchelen komen we niet om in het water, hoewel dit de laatste tijd in voldoende mate naar beneden komt. Het meeste water van Ugchelen komt echter uit de grond. Dat is niet zomaar water, maar zeer helder en goed drinkbaar water van een constante temperatuur. Het bevriest dus ook niet zomaar. Dat gebeurt pas als het heel erg hard vriest en dat heeft het de laatste jaren niet gedaan. Jammer voor de schaatsers, die op de enige en echte Ugchelense schaatsbaan graag hun gang willen gaan. Het is zogezegd, "in het water gevallen". Het ziet er dit jaar niet naar uit, dat we gebruik kunnen maken van het cadeau van onze vrijwillige brandweer, alhoewel ik een slechte weersvoorspeller ben en de winterperiode nog niet voorbij is. Of we moeten naar de ijsbaan in Deventer gaan, waarheen ook de 22 Armeense kinderen zijn geweest, die hier te gast zijn. Deze kinderen zijn wel even in de kleren gezet, mede dankzij een hartverwarmende Ugchelense actie. Wat wonen we toch in een fijn, solidair dorp, denk ik dan!
Weet u, dat het water, dat hier uit de grond naar boven borrelt, er misschien al tijdens de tijd van Napoleon in gelopen kan zijn? Het valt ergens ver weg op de Veluwe, stroomt heel langzaam onder de grond door en komt dan hier na zoveel jaar weer naar boven. Het stromende water maakt dat de natuur in Ugchelen een heel eigen en aantrekkelijk gezicht krijgt. Bijvoorbeeld bij de watervallen nabij de Hamermolen en bij de wasserij aan

de G. P. Duuringlaan. Zeker is het erg fraai, om eens bij de gerestaureerde villa met de watermolen aan de Bouwhofweg te kijken. Als ik echter langs het nieuwe wandelpad bij de onlangs gerestaureerde Winkewijertbeek loop, zie ik toch weer een heleboel rommel, dat hier en daar door onverlaten is gedropt. Dit is echt niet zomaar in het water gevallen.
Dat kinderen van alles in de beken gooien, is al van jaren her. Ik denk alleen maar aan mijn eigen jeugd, waarin ik de waterloop probeerde te beďnvloeden door met allerlei voorwerpen barričres in het stromende water te maken. Ik wil het hiermee niet goed praten, hoor, maar ik kan het wel begrijpen. Alleen werd mij geleerd, dat ik na afloop wel altijd de rommel op moest ruimen. Daar mag de lieverdjes wel eens wat meer op gewezen worden. Nu blijken de omstandigheden wel veranderd te zijn, want als je er wat over zegt, dan kun je een grote mond terug verwachten. Worden de leefomstandigheden harder? De misdaad in ons dorp slaat ook om zich heen, getuige de beroving van de vrouw, die op de Hoenderloseweg fietste. Wat moet je daar nu mee? Naar de politie, ja. Maar voor het vervolg vrees ik het ergste. Hoewel sommige mensen meer tact of overwicht hebben dan ik. Gelukkig kan ik mij ook voor het jeugdbeleid tot het dorpsmeldpunt wenden, dat nu twee keer per week open is.
En hopen, dat het vervolg niet in het water valt.

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen