HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 141. Uit De Bron van woensdag 8 maart 2000, 37e jaargang nummer 5.

Vorige Index Volgende
HEMEL.
Bij het schrijven van dit artikel kijk ik af en toe naar de lucht en zie, dat het voorjaar zich luid en nadrukkelijk aankondigt. De dagen worden duidelijk langer en de zon staat soms erg uitbundig te schijnen aan de hemel. De vrolijkheid en werklust slaan toe en ik bedenk, dat deze nieuwe eeuw, wat het weer betreft, toch heel zeldzaam is begonnen. Ja, lieve mensen, ik ben zo langzamerhand op een leeftijd gekomen, dat ik mij niet hoef te schamen als ik moet bekennen, dat ik het soms erg koud heb.
Vroeger kreeg ik dan commentaar, dat ik niets gewend ben en de winter van 1929 maar eens had moeten beleven, dan piepte ik wel anders. Nu doe ik eigenlijk hetzelfde, wanneer ik mijzelf erop betrap, kritiek te hebben op de lange duur voor het nemen van besluiten. Dat komt mede, doordat ik me de omstandigheden, waarin een bepaald besluit genomen moet worden, niet zo goed voor de geest kan halen. Ik moet ook niet vergeten, dat in deze hedendaagse tijd de dingen er niet eenvoudiger op zijn geworden.
Soms zeg ik tegen jeugdigen, die soms overigens zelf al vader en moeder zijn geworden: "Toen, dat was een heel andere tijd! Dat probleem zouden wij allang hebben opgelost". Toch bekruipt mij nu een onbehaaglijk gevoel, als ik in de krant en in het verslag van de Dorpsraad lees over plannen, die na 2010 ten uitvoer moeten worden gebracht.
Het onbehaaglijke zit hem in de controle op zulke plannen. Natuurlijk wil

ik niet het idee bekritiseren, dat men zichzelf bij het plannen tevens af moet vragen, wat het effect ervan zal zijn over meer dan 10 jaar.
Maar als ik lees, dat mijn straat over meer dan 10 jaar aan de beurt komt om bijvoorbeeld de trottoirs te vernieuwen, vraag ik mij af, welke instantie dat in de gaten gaat houden. Mij ontgaat de zin van dit soort plannen volkomen. Stel u voor, als ik vind, dat er een bepaalde straat aan vernieuwing toe is en dat komt soms voor, dan kan ik altijd afgescheept worden met het antwoord, dat deze straat nog lang niet aan de beurt is. Er wordt vervolgens niets gedaan. Is het eenmaal zover, dan blijken er andere zaken met veel grotere urgentie, of die wegens geldgebrek zijn blijven liggen, voor te gaan. Wij hebben dat in Ugchelen toch meegemaakt met de bouw van het geluidsscherm langs de A1, of eerder, met de inrichting van de Europaweg.
Voordat we dus de gemeente de hemel in gaan prijzen met de voortvarendheid van de plannen, stel ik, dat het veel belangrijker is om op de korte termijn de planning kritisch te volgen en de gemeente daarop aan te spreken, als zij niet de daad bij het woord voegt.
Hoewel ik natuurlijk niet weet wat de toekomst mij brengt, zal ik misschien vanuit de hemel kunnen zien, wat er in 2020 terechtgekomen is van al die voortvarende plannen, waar we ons nu wel erg druk over maken.

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen