Bevrijdingskrant Ugchelen 2005 |
5 |
Voor
een stuiver blazen op de brandweerhoorn |
Brandweer
Ugchelen tijdens de oorlogsjaren Goede materialen waren er tijdens de Tweede Wereldoorlog niet voorhanden voor de mannen van Brandweer Ugchelen. Ook aan fatsoenlijke bedrijfskleding ontbrak het. In 1938 werd het korps eindelijk verblijd met een rubberen jas, maar op de broodnodige laarzen moest nog een aantal jaren langer worden gewacht. Waar het de Ugchelense spuitgasten niet aan ontbrak was aan enthousiasme en inzet. Vooral in het laatste oorlogsjaar moesten de mannen, onder meer bij diverse luchtalarmen, vaak komen opdraven. Uit voorzorg ging men alvast naar het spuithuis, mocht er iets gebeuren, dan was men sneller ter plaatse. Urenlang werd gepost in "De Stroalpiepe". Zo werd in de volksmond het eerste onderkomen van de Ugchelense Brandweer genoemd. Het nog bestaande gebouwtje staat aan de Hoenderloseweg naast school De Steenbeek. In die periode moesten L.C. Quartel (in oorlogstijd commandant van het korps) en zijn mannen het vuur zien te blussen met een motorspuit die achter de auto van een van de korpsleden werd bevestigd. Middenstanders Pieters (garagebedrijf), Quartel (wasserij), kolenboer Bomhof en De Bie (taxibedrijf) leenden hun wagens daarvoor. Al met al zijn de oorlogsjaren voor Brandweer Ugchelen betrekkelijk rustig verlopen. |
||
door Wilma van Wijk De liefde voor het brandweervak kreeg Bart Pieters (78) met de paplepel ingegoten. Als kleine jongen luisterde hij gefascineerd als zijn vader thuiskwam na een klus. Hij hing aan zijn lippen. Maar het liefst ging de Ugchelenaar zelf ook even op de brandmelding af. Pieters junior sloot zich later, net als zijn vader, aan bij het vrijwillige brandweerkorps van Ugchelen. Hij was lid van eind 1965 tot januari 1982. Zijn vader, Gerrit Pieters, heeft van 1926 (het geboortejaar van Bart) tot 1954 zijn steentje bijgedragen. Dus ook in de oorlogsperiode.Wanneer er een beroep werd gedaan op de Ugchelense spuitgasten was Gerrit vaak paraat. Dat is te lezen in het logboek van Brandweer Ugchelen. Pieters junior haalt met veel plezier herinneringen op uit zijn jeugd. "Wij woonden aan de Ugchelseweg 249. Op die plek is nu garagebedrijf Pieters. We hadden telefoonnummer 5309. Dat weet ik nog. Mijn vader was fietsenmaker en kachelsmid. Hij handelde ook in auto´s, later begon hij een garagebedrijf." Bart ziet het tafereel nog voor zich. "Als er een brand was, vloog je als jonge jongen gauw naar wasserij Quartel. Je wilde als eerste aankomen. Daar kreeg je een brandweerhoorn. Je moest er op de Ugchelseweg op fluiten tot je bij het huis van schoenmaker Pruis was (het huidige pand van Mensink en Sijtsma makelaars). Als je terugkwam, kreeg je een stuiver." Die heldenrol heeft Bart ook eens mogen vervullen. Op die manier werden de brandweerlieden opgetrommeld.
"Vader had voor de oorlog al een Fordje. Bij een brand
werd de motorspuit daar achter aan gehangen. Data |
"24-07-1942: Heidebrand door neergestort vliegtuig. Een
motor van het 2-motorig vliegtuig viel op het huis van
Luttikhuizen, Casimirlaan 15 en 17, waardoor een meisje en
een jongen licht verwond werden. Uit het vliegtuig vielen 2
personen, die den dood vonden. Brandweerman Bart Pieters
haalt herinneringen op. Aanwezig: E. Huttinga, A. en J. van Houtum, H. Luttikhuizen, G. Pieters,
L.C. Quartel, M. Welgraaf. Uitgerukt: 15.20, ingerukt 17.00
uur." Op 27 maart 1943 werden brandweermannen van Apeldoorn en Ugchelen opgeroepen fosforbommen uit te graven. De bommen hadden een gewicht van ongeveer 15 kg en waren de avond ervoor uitgeworpen op een strook van de Kooiberg, de Hoenderloseweg en het bos bij de Wapenberg. De bommen waren van grote hoogte afgeworpen en één meter diep ingeslagen. Die middag zijn er 24 uitgegraven, de volgende ochtend nog eens zeven |
stuks. Ze zijn door verbranding onschadelijk gemaakt. Zo luidt de berichtgeving. Vanwege
herhaaldelijk luchtalarm in de nadagen van de oorlog,
moesten de spuitgasten vaak opdraven. Pieters: "Bij
school 8, nu De Steenbeek, stond een sirene op het dak. Als
je daar dichtbij woonde, was je mooi klaar. Wij hadden een
schuilkelder in de garage. Daar gingen we bij een luchtalarm
snel naar toe. Maar vader was dan al naar de kazerne."
Het volgende citaat uit het verslag van Brandweer Ugchelen is van een gebeurtenis tijdens de bevrijdingsdag van Apeldoorn en omstreken, 17 april 1945: Huisbrand bij H. Bouman, Goudvinkweg 150. Oorzaak: oorlogsgeweld. Melding door A. Put aan W.J. de Bie om 13.30 uur. Aankomst om 13.40 uur, ingerukt 16.30 uur, terug 16.40 uur. Met de motorspuit gewerkt uit de beek met 1x straal en 10 slangen. Weer: goed, helder. Verzekerd bij de Jongh en Co. Eigenaar: Willemsbos. Aanwezig: W.J. de Bie, H.J. Dolman, P. Geurts, G. Lekkerkerker, H. Luttikhuizen, A. Put, M. Welgraaf, Helpers: J. Borren en A. van Houtum Janzn.Bart Pieters weet zich die laatste schermutselingen en de plek waar het zich afspeelde nog goed te herinneren. "De Goudvinkweg was een straat in de omgeving van de oude Veldekster, richting Hoog Buurloseweg. In mijn jeugd heb ik er veel gespeeld. Er zaten aan het eind van de oorlog veel jonge Duitsers in die omgeving in de bossen verstopt. Er zijn daar ook veel paarden door de Duitsers gedood. Die hadden ze ingepikt. De kadavers heb ik zien liggen. Het bos is later uitgebrand door de Canadezen." |
|
De ingebruikneming in 1932 van de ‘vuurvreter’, zoals de motorspuit werd genoemd. |