Bevrijdingskrant Ugchelen 2005 |
16 |
Bekendste
monument van Ugchelen Simpele zwerfkei tot monument gepromoveerd |
door Aaldert Kerssen Veel grote stenen, zogenaamde "zwerfkeien", die in de IJstijd vanuit het hoge noorden in de lage landen terecht zijn gekomen, zijn vaak gebruikt als afbakening van marken, bospercelen en dergelijke of doen herinneren aan een plek of omgeving waaraan historie is verbonden. Ook in onze omgeving zijn ze te vinden. Midden in ons dorp Ugchelen staat al meer dan tachtig jaar een grote steen met historische achtergronden. Om antwoord te kunnen geven op vragen "hoe is die kei daar gekomen en waar komt hij vandaan?", moeten we terug naar lang vervlogen tijden. In de voorlaatste IJstijd, 160.000 - 180.000 jaar geleden, kwamen vanaf de gletsjers uit het hoge noorden gigantische ijsmassa's naar het zuiden waardoor de bestaande flora en fauna werden weggedrukt door het ijs. Daarbij werd heel veel zand, puin en stenen meegevoerd. De topografische kaart van Nederland, zoals we die thans kennen, is voornamelijk ontstaan
in deze tijd., Door het enorme natuurgeweld van toen zijn
heuvels en dalen ontstaan en hebben vorm gegeven aan onder meer
de Veluwe. Aan de zuidoostkant van de Veluwe zijn door
zogenaamde "puinwaaiers" dikke zand- , leem- en
grindlagen ontstaan. De winning hiervan, door afgravingen ook in
onze omgeving, zijn hiervan een bewijs. Oranje
bond |
schatting 2.000 kg zware kei is ontdekt die door ossen naar een 'vrije plek" naar de weg is gesleept. Ook veel kleinere veldkeien zijn toen gevonden die onder meer gebruikt zijn voor het metselen van stenen banken en gedenkzuilen die nog aanwezig zijn in het Van der Hucht en Willemsbos ter ere aan de ontginners van de heidevelden. Hoe de kei naar het hartje van Ugchelen is gekomen is een verhaal apart. Na een tip kwam ik op de Soos 55+ in Ugchelen in gesprek met de dames Tonie en Berta Klopman-Bijsterbosch, die zich herinnerden dat hun zwager Gerrit Jan Klopman meermalen op smeuïge wijze verteld heeft dat hij omstreeks de jaren 1920 toeschouwer en helper is geweest bij het verslepen van de kei. Jan - dat was zijn roepnaam - werkte in ploegendienst bij Papierfabriek van Gelder en Zn. Ook toen was een extra centje zeer welkom en in de vrije uren ging hij voor 15 cent per stuk dennen planten op de ontgonnen heidevelden, waaruit de latere bossen rondom Ugchelen zijn ontstaan. Op zekere dag verscheen Hendrik Jansen van de Prinsenberg met twee grote Belgische paarden, zogenoemde "Belzen", en zware kettingen op de "aanplant" om de zware kei te verslepen naar hartje Ugchelen . Jansen was daarvoor de aangewezen man, het was zijn beroep om dagelijks zware machines te vervoeren voor de machinefabriek van Landaal uit Apeldoorn naar klanten in de wijde omgeving. Een werktuig om de zware kei op een wagen te hijsen was ter plekke niet voorhanden. Slepen was dus de enigste mogelijkheid. Die dag zijn weinig dennen gepoot, De poters hebben geholpen om de kei in de kettingen te krijgen. Door middel van hevelen met stammetjes kon de kei in de goede richting worden gemanoeuvreerd. Dit niet alledaagse spektakel vergde nogal wat tijd, waardoor Jan geen tijd meer had om thuis te eten, de ploegendienst wachtte immers. Zijn moeder heeft gezorgd dat zijn 'schafje" op het werk kwam. Tonie en Berta konden niet bevestigen of Herman Boot de opdrachtgever is geweest voor het transport.. Herman
Boot |
Kranslegging in 2004 door leerlingen van basisschool ‘De Steenbeek’. staat in de notulen niet vermeld, evenmin of het toen zittende bestuur dit zwaargewicht met open armen heeft ontvangen of dat hij zwaar op de maag lag. Hoe het ook is geweest, de kei bleef hieronder ongeroerd en jaren staan en werd een begrip in Ugchelen. De status van de steen veranderde toen op 28 maart 1947 een steenhouwer uit Apeldoorn een koperen plaat bevestigde aan de kei, dit in opdracht van het bestuur van U. B. Vanaf dat moment wordt de steen min of meer officieel De Kei. Op de gedenkplaat staan vermeld de namen van inwoners uit Ugchelen die in de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen in hun strijd tegen de Duitse bezetting. Van enige officiële inwijding is indertijd geen sprake geweest. Herdenking |