Bevrijdingskrant Ugchelen 2005

    27


Geschiedschrijven met gevaar voor eigen leven 
Ugchelense dagboeken 
met historische waarde

De erfenis van Wim van Houtum

Vierduizend pagina's met de hand geschreven tekst, verdeeld over vier boeken. Die erfenis laat oud- Ugchelenaar Wim van Houtum (84) de gemeenschap na. Zijn notities, in dagboekvorm, over de oorlogshandelingen in de tweede wereldoorlog worden in het gemeentearchief voor het nageslacht bewaard. Daarnaast heeft hij een groot aantal plakboeken samengesteld met pamfletten, krantenartikelen en complete series voedsel- en kledingbonnen. Van Houtum beschrijft de situatie in Apeldoorn en zijn directe woonomgeving vanaf de achtste dag, nadat de Duitsers ons land binnenvielen. Maar hij vertelt ook wat er zich verder in de wereld afspeelde. Van dag tot dag. Bij toeval werden de dagboeken een paar jaar geleden in een depot van het Historisch Museum ontdekt. Dat was net op tijd om de samenstellers van de kroniek "Apeldoorn in de Tweede Wereldoorlog", de heren C. Tijink en P. Rouwenhorst , van de nodige aanvullingen te voorzien. Voor de totstandkoming van de kroniek is verder onder meer geput uit dagboeken van R. Hardonk (na de oorlog de stadsgeschiedschrijver van de gemeente Apeldoorn) en NSB burgemeester Pont. Het naslagwerk is twee jaar geleden uitgebracht en was in korte tijd uitverkocht. In de bibliotheek is de kroniek te leen. Dezer dagen komt er een herziene tweede druk. Ook een cd-rom met foto’s dan het boek bevat. Het originele werk van Van Houtum is te bekijken in het gemeentearchief van Apeldoorn (CODA).

door Wilma van Wijk  

De dagboeken van Wim (of Willem) van Houtum, zoon van een papierfabrikant en destijds woonachtig tegenover de fabriek, aan de Hoenderloseweg 165, zijn lange tijd verborgen gebleven. In de eerste oorlogsjaren mocht zijn naaste omgeving, zelfs zijn vader Arnold van Houtum, niets van de verslaglegging weten. De angst om verraden te worden lag immers op de loer. In het geheim hield Van Houtum dagelijks nauwgezet de oorlogshandelingen in de Tweede Wereldoorlog bij. Ook artikelen uit kranten en bijvoorbeeld pamfletten bewaarde hij in plakboeken. In 1945 heeft Van Houtum zijn gehele werk in het net overgeschreven. Dat werkje duurde twee jaar. Het resultaat was een uniek document, dat hij enige jaren geleden schonk aan de gemeente Apeldoorn. Het raakte in de vergetelheid en leidde weer een verborgen bestaan, nu in een depot van het Apeldoorns museum. 

Eerst als HBS leerling en later als werknemer in zijn vaders fabriek maakte Van Houtum de oorlogsjaren mee. "Ik was onder de indruk van de vorderingen van de techniek. Ik ging voor de oorlog al naar tentoonstellingen. Ook in Düsseldorf. Ze hadden daar speciale machines. Ik zag een machine waarmee bijvoorbeeld grote hoeveelheden spijkers tegelijk werden ingeslagen. Als kind was ik er al van onder de indruk. Je zag toen al dat de techniek in Duitsland een grote vlucht nam." De oud-Ugchelenaar noemt het een van de redenen dat hij zo uitvoerig die onzekere periode ging verslaan. Het opschrijven kostte hem veel tijd. "Ik werkte toen in de nachtdienst en schreef meestal na het werk.Ik verstopte de dagnotities thuis met de bedoeling deze later over te schrijven. De eerste jaren hield ik het geheim om niet in Duitse handen te vallen. Om niet verraden te worden. Mensen kletsen graag." Informatie Voor ongecensureerde informatie over het verloop van de oorlog kon Van Houtum aankloppen bij Frans Preller, die ook aan de Hoenderloseweg woonde. "Preller woonde bij wasserij Altena, naast De Hamermolen. Hij was een knutselaar. Hij had een soort versterker gemaakt van 65 volt, de stroom werd opgewekt door het water. Daar luisterde ik naar de radio, in de wasserij." Heel veel belangrijke gebeurtenissen uit die tijd staan hem nog bij. "Het belangrijkste voor ons persoonlijk gebeurde eind april '43. Een vliegtuig moest een lading laten vallen. En de laatste bom viel in onze tuin. Dat was een heel gedoe.

 
Wim van Houtum met zijn handgeschreven dagboeken en plakboeken met krantenartikelen, strooibiljetten en distributiebonnen.


Wim van Houtum bladert in zijn verzamelwerk.

Er ontstond een groot gat. Het zand was niet meer te vinden." Een ingekorte versie van het voorval is elders op deze pagina te lezen. De mislukte overval op een vrachtwagen bij de Woeste Hoeve, in de nacht van 6 en 7 maart 1945, heeft destijds veel indruk op de toen begin twintigjarige fabrikantzoon gemaakt. Dat blijkt ook uit het uitvoerige relaas dat de jonge Wim een dag later, op donderdag 8 maart heeft opgetekend. Bij die plaatselijke verzetsdaad raakte de Duitse politiebaas Rauter zwaar gewond. Twee officieren waren op slag dood. Als represaille werden 117 onschuldige mensen zonder een vorm van proces op de bewuste plek, tussen Apeldoorn en Arnhem, omgebracht. "De luxe auto is doorzeefd met kogels. Er is waarschijnlijk met een mitrailleur op geschoten. De aanslag op Rauter was het gesprek van de dag. We horen 's middags dat om drie uur een vrachtauto met lijken op het kerkhof in Ugchelen is aangekomen. Twee uur later vertelt een buurman dat ruim 20 gemeentearbeiders bezig zijn een massagraf te graven". Het is een kort dagboekfragment van die zwarte dag. Wim van Houtum stroopte in oorlogstijd regelmatig de bosrijke omgeving af op zoek naar strooibiljetten, 

Citaat uit het dagboek van Van Houtum, 27 april 1943: "'s Nachts om twee uur word ik wakker. Grote formaties Britse vliegtuigen komen in richting Duitsland over……Om 2.20 uur is boven het zware geronk een eigenaardig geluid te horen. Daarna weerklinkt de ene na de andere ontploffing. Ik lig te schudden in bed. De dakpannen naast mij vallen van het dak. Gerinkel van ruiten vergroot de angst voor een voltreffer nog meer. Ik blijf liggen met de gedachte dat het huis spoedig ineenstort. Zover komt het gelukkig niet.. Ik schuif mijn gordijn opzij en kijk in een vlammenzee. Het lijkt of het nabij zijnde bos geheel zal afbranden. Ook op ons terrein verlichten vlammen de omgeving. Wij staan allen direct op en zijn gelukkig ongedeerd….. De verduisteringsgordijnen zijn naar beneden gevallen. De sponningen zijn van de ramen weggerukt. Naast glasscherven ligt er veel zand in de kamers. In het huis hangt een fosforlucht. Mijn vader en ik gaan alle vertrekken rond. Er zijn gelukkig geen brandbommen in ons huis gevallen. Aan de voorkant van ons huis zijn alle schilderijen en andere wandversiering naar beneden gevallen….. Even later gaan we samen naar buiten. We willen naar het brandende bos lopen, maar mijn neef Jan roept ons. Deze is plotseling in een grote krater gevallen, terwijl hij naar ons huis wilde lopen….. Hierna vinden we een tweede krater. Deze is het dichtst bij ons huis en beslaat driekwart van onze voortuin. Naar schatting zijn deze kraters negen meter breed en drie meter diep. De tuin- en gasleiding zijn gesprongen. De gehele weg is versperd. Eerst nu beseft mijn vader aan welk gevaar hij ontsnapt is. Even voordat de bommen vielen liep vader nog buiten…….."

zoals pamfletten van de Vliegende Hollander (een krantje dat verspreid werd door de R.A.F. op weg naar Duitsland). Hij was met het verzamelvirus besmet en bewaarde zijn buit bij de dagboeken. "Ik ging op de fiets de bossen door om te zoeken. Je moest altijd goed opletten of er geen Duitsers waren. Sommige boswachters wisten dat ik strooibiljetten verzamelde en bewaarden ze voor mij. Maar ze wisten niet dat ik met een dagboek bezig was." De onderwerpen in zijn boeken variëren: van de voedselvoorraden tot een nauwgezette telling van het aantal bommenwerpers dat overvloog richting Duitsland. "Het was een samenvatting van gebeurtenissen die er toen waren", noemt de tegenwoordig in Oosterbeek woonachtige Van Houtum zijn gedetailleerde verslagen. Eind jaren veertig verdween bij de oud-Ugchelenaar de belangstelling voor oorlogszaken naar de achtergrond. ‘In 1950 kocht ik een auto. De historische interesse voor de oorlogshandelingen maakte plaats voor mijn echte hobby: geologie. Naast de aanleg van een stenenverzameling nam de kennis van de aardkorst snel toe.’ Dat zijn levenswerk later onder de aandacht kwam van de samenstellers van de kroniek "Apeldoorn in de Tweede Wereldoorlog" was voor hem een verrassing. "Ik was het als het ware al vergeten. Ik gaf er direct toestemming voor. Vind het wel eervol dat ze mij erbij hebben gehaald. Lou de Jong (historicus en schrijver van de boeken Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, red.) wilde de dagboeken destijds ook graag hebben. Maar ik wou ze voor het nageslacht bewaren. Toen heb ik ze aan de gemeente Apeldoorn gegeven."


Wim van Houtum, tweede van rechts, met zijn geologievrienden begin jaren vijftig in het Zuid-Duitse Ulm.

Ga naar pagina: 

1 3 5 7 9 10 11 14 15 16 17 18 19 20 24 25 27 29 31 35